Hoe doe je Plus met breuken?

Hoe werkt het optellen van breuken? Bij het optellen van breuken moet je eerst zorgen dat de noemers gelijk zijn en tel je de tellers bij elkaar op. Als de noemers niet gelijk zijn moeten deze eerst gelijknamig gemaakt worden. Om breuken op te tellen is van belang dat deze gelijknamig zijn.

Wat is een ongelijke breuk?

Ongelijknamige breuken zijn breuken met een ongelijke noemer. Ongelijknamige breuken moeten eerst gelijknamig gemaakt worden. Dat betekent dat de breuken uit delen bestaan die even groot zijn en dus een gelijke noemer hebben.

Wat zijn helen van breuken?

Helen binnen breuken brengen We kunnen hele getallen die voor een breuk staan, ook binnen de breuk brengen. Je doet dit als volgt. De noemer blijft hetzelfde, maar je neemt het getal voor de breuk in de teller op. Een heel getal betekend dat de noemer en teller hetzelfde zijn.

Hoe werken met breuken?

Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat. Als je een breuk tegenkomt, wil je die zo ver mogelijk vereenvoudigen.

Hoe tel je Ongelijknamige breuken bij elkaar op?

Ongelijknamige breuken optellen Voordat je een ongelijknamige breuk op kunt gaan tellen, moet je hem gelijknamig maken. Lees daarvoor het artikel breuken gelijknamig maken. Daarna geldt de werkwijze zoals beschreven bij gelijknamige breuken optellen.

Hoe zet je een breuk om in een Kommagetal?

Bij lastige breuken kan het moeilijk zijn om dit uit je hoofd te doen. Je kunt dan gebruik maken van je rekenmachine. Als je de teller van 3⁄4 deelt met de noemer ( 3 : 4 = ) dan is deze breuk gelijk aan het kommagetal 0,75. In dit geval is de breuk 3⁄4 dus gelijk aan het kommagetal 0,75.

Hoe moet je breuken doen?

Een belangrijke eigenschap van breuken is dat je de teller en de noemer altijd tegelijk met hetzelfde getal mag vermenigvuldigen. Stel je vermenigvuldigt de teller en noemer uit de breuk 3 /4 met het getal 5. Je krijgt dan 15 / 20. Het is belangrijk om te weten dat je dit met alle breuken en alle getallen kunt doen.

Hoe moet je breuken bij elkaar optellen?

Door bij één of beide breuken de teller en de noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal (en getal verandert immers niet als je het met 1 vermenigvuldigd) kun je er voor zorgen dat de noemers van de breuken gelijk worden. Tel de tellers van de breuken bij elkaar op.

Wat is een breuk rekenen?

Een breuk of gebroken getal is de onuitgewerkte deling van een geheel getal, de zogeheten teller, door een ander geheel getal, de noemer. De teller telt het aantal door de noemer genoemde geheeltallige delen.

Hoe reken je breuken keer elkaar?

Bij het vermenigvuldigen van breuken moeten de tellers met elkaar worden vermenigvuldigd en de noemers met elkaar worden vermenigvuldigd. Ook bij het delen van breuken hoeven de noemers niet hetzelfde te zijn. Voor delen geldt: delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde (van die breuk).

Hoe toets je een breuk in op je rekenmachine?

de breuk 1/3 wil invoeren doe je dit als volgt op je rekenmachine:

  1. Voer een 1 in.
  2. Druk op de A b/c-toets (linkerrij knopjes, 3e van boven)
  3. Voer een 3 in.

Hoe reken je breuken uit groep 7?

Heel getal + breuk vermenigvuldigen met een heel getal + breuk (twee gemengde breuken)

  1. Zet de hele getallen om in stukken zo groot als de noemer van de breuk die er direct naast staat (heel getal x noemer);
  2. Tel de teller hierbij op;
  3. Maak de keer som;
  4. Haal de helen er uit;
  5. Vereenvoudig het antwoord.